Betekenis van:
afrekening
afrekening (de ~ | meervoud afrekeningen)
Zelfstandig naamwoord
- het vereffenen v.e. rekening
"de politie vermoedt dat het om een afrekening in het criminele milieu gaat"
"de dag van de afrekening"
Hyperoniemen
afrekening
Zelfstandig naamwoord
- uiteindelijke bestraffing
"Hij heeft genoeg mensen benadeeld, het is tijd voor de afrekening."
afrekening
Zelfstandig naamwoord
- een moord in het criminele circuit
"Vanmiddag was er weer een afrekening uitgevoerd door de Italiaanse maffia."
afrekening
Zelfstandig naamwoord
- een bewijs van betaling
"Mag ik de afrekening alstublieft?"
Voorbeeldzinnen
- De bank verstrekt een jaarlijkse afrekening.
- De definitieve afrekening vindt plaats bij de notaris.
- Afrekening van open-markttransacties
- dubbele pompen met afrekening naar gewicht
- het berekenen van de vervoerkosten, het nazien van de afrekening;
- Stap 6. Afrekening van de transactie (zie paragraaf 5.3)
- betrokkenheid bij de vaststelling van de positieve lijst en de jaarlijkse afrekening voor de balansgaranties;
- Ze is vergelijkbaar met de methode voor de afrekening van diensten in de geneeskunde.
- De begunstigde legt ter motivering van zijn nieuwe betalingsverzoek een afrekening van de gemaakte kosten over.”;
- De begunstigde legt een afrekening van de gemaakte kosten over ter motivering van zijn nieuwe betalingsverzoek.
- Deze afrekening moet uiterlijk 5 januari van het volgende jaar bij de Commissie toekomen.
- Indien de IABF ten dele wordt ontbonden, wordt deze afrekening bij vervroegde terugbetaling naar evenredigheid toegepast;
- IT: Clearing en afrekening van effecten kan alleen via het officiële clearing-systeem.
- IT Clearing en afrekening van effecten kan alleen via het officiële clearingsysteem.
- de begroting of de afrekening van de begrafenisondernemer voor de begrafeniskosten, of de kwitantie indien u heeft betaald;