Betekenis van:
afruimen

afruimen
Werkwoord
  • de tafel opruimen
"vandaag is het jouw beurt om af te ruimen"
"de tafel afruimen"

Hyperoniemen

afruimen
Werkwoord
  • de resten van een genuttigde maaltijd van de tafel halen
"Ze hadden de tuintafel nog niet helemaal afgeruimd toen de regenbui losbarstte."