Betekenis van:
akkoord gaan
akkoord gaan
- De handeling van iets goed te keuren.
akkoord gaan
- Als goed beschouwen.
akkoord gaan
- Overeenkomen of het eens zijn.
Voorbeeldzinnen
- Ze zullen nooit akkoord gaan.
- Spijtiggenoeg kan ik niet akkoord gaan met jou.
- ermee akkoord te gaan
- er niet mee akkoord te gaan
- De verantwoordelijke dienst tracht een voorstel te formuleren waarmee de geraadpleegde diensten akkoord gaan.
- door akkoord te gaan met een overeenkomst die betrekking had op nieuwe schulden.
- De Commissie kan dan ook akkoord gaan met de hoogte van de eigen bijdrage.
- De Commissie kan er dan ook niet mee akkoord gaan dat in de steunintensiteit een dergelijke toeslag wordt opgenomen.
- Bij delegaties wordt op dezelfde wijze te werk gegaan mits de betrokken leden en plaatsvervangers hiermee akkoord gaan.
- In november 1998 gaf de Commissie aan niet akkoord te gaan met het aangaan van nieuwe agromilieuverbintenissen, zonder dat een evaluatie werd ingediend [6].
- Slechts één producent van stalen kabels in Turkije verleende medewerking aan het onderzoek: hij vulde een vragenlijst in en verklaarde akkoord te gaan met verificatie ter plaatse.
- De Commissie is van mening dat geen enkele crediteur die tegen marktvoorwaarden handelt, akkoord zou gaan met een dergelijk lang uitstel van voldoening van zijn vorderingen.
- De Commissie is van mening dat geen enkele crediteur die tegen marktvoorwaarden handelt, akkoord zou gaan met een dergelijk lang uitstel van betaling van zijn vorderingen.
- Bovendien mogen de namen en BIC’s van door deelnemers geregistreerde indirecte deelnemers gepubliceerd worden en garanderen deelnemers dat indirecte deelnemers akkoord gaan met een dergelijke publicatie.”.
- Van Garware en de Indiase overheid zijn geen opmerkingen ontvangen; uit de opmerkingen van de indieners bleek dat zij akkoord gaan met de conclusies van de Commissie.