Betekenis van:
ambacht

ambacht (het ~ | meervoud ambachten)
Zelfstandig naamwoord
  • stiel
"hij is van twaalf ambachten, dertien ongelukken"
"een ambacht uitoefenen"

Hyperoniemen

Hyponiemen

ambacht
Zelfstandig naamwoord
  • een handwerkvak dat vaak aanzienlijke vaardigheden vereist
ambacht
Zelfstandig naamwoord
  • de ambachtelijke landwinning en het gewonnen land

Voorbeeldzinnen

  1. Industrie en ambacht
  2. voor bescherming, ongeacht voor welk ambacht of voor welk bedrijf
  3. bedrijfsboekhouder („Gewerblicher Buchhalter”), krachtens de Gewerbeordnung van 1994 (Wet van 1994 betreffende handel, ambacht en industrie);
  4. de Europese Unie van het ambacht en van het midden- en kleinbedrijf (UEAPME);
  5. De bevoegdheden van het regionaal ministerie bestrijken niet alleen de agrovoedingssector, doch ook andere sectoren (ambacht, uitgeverij, textiel, enz.).
  6. Het beroepshalve verrichten van diensten door een tussenpersoon in loondienst van een of meer ondernemingen op het gebied van handel, industrie of ambacht.
  7. „verkoper of dienstverlener”: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die, wat betreft de wetgeving ter bescherming van de belangen van de consument, handelt voor doeleinden die betrekking hebben op zijn handel, bedrijf, ambacht of beroep;
  8. Op bedrieglijke wijze beweren of de indruk wekken dat de handelaar niet optreedt ten behoeve van zijn handel, bedrijf, ambacht of beroep of zich op bedrieglijke wijze voordoen als consument.
  9. Decreet van de assessore voor toerisme, ambacht en handel nr. 285 van 29.4.1999, „Esecutività della Deliberazione della Giunta Regionale No 58/60 del 22.12.1998 come modificata dalla Deliberazione No 16/20 del 16.3.1999 che approva la direttiva di Attuazione prevista dall’Art.
  10. Voor de toepassing van post 4203 wordt onder „kleding en kledingtoebehoren” onder meer verstaan: handschoenen (met of zonder vingers) en wanten (die voor sport of voor bescherming daaronder begrepen), voorschoten en andere uitrustingsstukken voor individuele bescherming, ongeacht voor welk ambacht of voor welk bedrijf, alsmede bretels, gordels, koppelriemen, draagbanden en polsgewrichtsbanden. Horlogebandjes worden echter ingedeeld onder post 9113.
  11. Bij deze ondernemingen met ten hoogste twee werknemers gaat het in het geval in kwestie om welbepaalde ambachtelijke activiteiten (met name typische traditionele met uitsterving bedreigde beroepen zoals messenslijper, tonnenmaker, wolkaarder en wolspinner, kaarsenmaker, mandenmaker, hoefsmid, enz.) en handelsactiviteiten (met name de detailverkoop van producten voor dagelijkse gebruik — hoofdzakelijk levensmiddelen — in gemeenten met maximaal duizend inwoners die buiten handelscentra en in ieder geval buiten toeristische gebieden liggen), die zowel wat het ambacht als wat de handel betreft in de nieuwe criteria voor de toepassing van de regeling uitdrukkelijk zijn vermeld.