Betekenis van:
appeltaart

appeltaart (de ~ | meervoud appeltaarten)
Zelfstandig naamwoord
  • taart met appels
"koffie met appeltaart"
"appeltaart met slagroom"

Synoniemen

Hyperoniemen

appeltaart
Zelfstandig naamwoord
  • een taart gevuld met appels

Voorbeeldzinnen

  1. Mijn vrouw houdt van appeltaart.
  2. We plukten appels om een appeltaart te kunnen bakken.
  3. De appeltaart van zijn tante was heerlijk, dus hij nam een tweede portie.