Betekenis van:
armband

armband (de ~ | meervoud armbanden)
Zelfstandig naamwoord
  • band van stof om de bovenarm als onderscheidingsteken
"een armband dragen"

Synoniemen

Hyperoniemen

armband
Zelfstandig naamwoord
  • een sierraad of merkteken dat om de pols of arm gedragen wordt
"Zij had een prachtig gouden armbandje om haar rechterpols."