Betekenis van:
autonomie

autonomie (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • zelfstandig bestuur
"streven naar autonomie"
"zijn/haar autonomie opgeven"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

autonomie (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • onafhankelijkheid van de menselijke geest

Hyperoniemen

autonomie
Zelfstandig naamwoord
  • gedeeltelijk zelfbestuur

Voorbeeldzinnen

  1. kredieten die bestemd zijn voor de werking van elke instelling uit hoofde van haar administratieve autonomie.”;
  2. autonomie van het Forum bij de gedetailleerde vaststelling van zijn activiteiten;
  3. Met betrekking tot vastomlijnde binnenlandse aangelegenheden bezit Gibraltar autonomie en zelfbestuur.
  4. Niet alleen bezit het gebied echte autonomie, sui generis, maar ook wordt deze autonomie gebruikt om onafhankelijk een geheel ander en op zichzelf staand systeem op te zetten dat op geen enkele manier op de Britse regeling of normen berust.
  5. Garanties om de autonomie en efficiency van de openbare aanklagers te versterken, onder meer in verband met begrotingsaspecten.
  6. Het is de bedoeling dat zij daarbij worden gestimuleerd om zich duurzaam te ontwikkelen en financiële autonomie te bereiken.
  7. een ruime autonomie voor de Europese Vrouwenlobby bij haar activiteiten met inachtneming van punt 1.2. van de bijlage.
  8. „Het overheidsbedrijf [de NMBS] [beschikt] over een ruime autonomie voor haar niet-spoorweginvesteringen en deelnemingen in handelsactiviteiten”.
  9. De Wetenschappelijke Raad dient zich bij zijn werkzaamheden te houden aan de beginselen van wetenschappelijke excellentie, autonomie, efficiëntie en transparantie.
  10. Versterken van de autonomie van de aanklagers, met name de bureaus van de aanklagers op het gebied van georganiseerde criminaliteit.
  11. De Commissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit specifieke programma en staat borg voor de autonomie en integriteit van de Europese Onderzoeksraad, alsmede voor de functionele doeltreffendheid.
  12. De KIG’s bepalen met een aanzienlijke mate van autonomie op alle niveaus hun interne organisatie en samenstelling, alsmede de nadere bijzonderheden van hun agenda en hun werkmethoden.
  13. Daarom moet het Bureau juridische, financiële en bestuurlijke autonomie krijgen, maar tegelijkertijd nauwe banden onderhouden met de instellingen van de Gemeenschap en de lidstaten.
  14. Ontwikkelen en uitvoeren van een uitgebreide strategie om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de autonomie van de openbare aanklagers te versterken.
  15. Hieruit blijkt opnieuw dat het voor een lidstaat mogelijk blijft om bepaalde regio's fiscale autonomie te verlenen zonder noodzakelijkerwijs staatssteun te verlenen aan bepaalde ondernemingen.