Betekenis van:
avondklok

avondklok (de ~ | meervoud avondklokken)
Zelfstandig naamwoord
  • uitgaansverbod voor 's avonds
"de avondklok instellen"
"er geldt een avondklok"

Hyperoniemen

avondklok
Zelfstandig naamwoord
  • een verbod om zich op straat te begeven na een zekere tijd
"De avondklok in Kaïro wordt grotendeels genegeerd en ook niet door het leger afgedwongen."