Betekenis van:
balans

balans (de ~ | meervoud balansen)
Zelfstandig naamwoord
  • overzicht
"de balans opmaken"
"een geflatteerde balans"

Hyperoniemen

balans (de ~ | meervoud balansen)
Zelfstandig naamwoord
  • weegschaal

Hyperoniemen

Hyponiemen

balans
Zelfstandig naamwoord
  • evenwicht.
balans
Zelfstandig naamwoord
  • een meetapparaat met twee armen (bedoeld om het verschil te kunnen meten)
balans
Zelfstandig naamwoord
  • een volledige opsomming van de waarde van alle bezit en alle tegoeden en schulden meestal aan het einde van een boekjaar

Voorbeeldzinnen

  1. De muziek is in balans met de structuur van de film.
  2. Het leven is als fietsen. Om in balans te blijven moet je in beweging blijven.
  3. Balans
  4. Balans
  5. Balans [10]
  6. Boekhoudgegevens: balans
  7. de balans;
  8. Gewijzigde balans
  9. Balans [5]
  10. Balans (kwartaalstanden)
  11. PM-balans
  12. Balans [3]
  13. Balans [12]
  14. Tussentijdse balans
  15. de balans;