Betekenis van:
bedruipen

bedruipen
Werkwoord
  • ''zich ~'': zich redden, voor zichzelf zorgen
"Oh, die weet zich wel te bedruipen, hoor!"
bedruipen
Werkwoord
  • druppelsgewijs vochtig houden
"Een kalkoen blijft heerlijk mals als je deze tijdens het braden regelmatig bedruipt met braadvocht."
bedruipen
Werkwoord
  • met druppels bevochtigen
"het vlees bedruipen"
"een vette gans bedruipt zichzelf"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Omdat de aan de ECF's verschafte middelen moeten worden terugbetaald, moet de steunmaatregel zichzelf op middellange termijn kunnen bedruipen.