Betekenis van:
berucht

berucht
Bijvoeglijk naamwoord
  • bekend in negatieve zin
"een beruchte misdadiger/bende/gangster"
"berucht zijn om/wegens [zijn driftbuien]"

Hyperoniemen

berucht
Bijvoeglijk naamwoord
  • om slechte redenen bekend staand
"Mijn buurman is berucht in het hele dorp."

Voorbeeldzinnen

  1. Deze stad is berucht vanwege haar vervuilde lucht.