Betekenis van:
bindweefsel

bindweefsel
Zelfstandig naamwoord
  • een vorm van weefsel dat onderdeel uitmaakt van alle organen van het lichaam van mens en dier en een steunende, dan wel verzorgende functie heeft

Voorbeeldzinnen

  1. Connective Tissue Extract is een extract van dierlijk bindweefsel
  2. Zo mogelijk wordt ten minste 25 g lymfeklieren zonder vet of bindweefsel verzameld.
  3. Zo mogelijk wordt ten minste 25 g lymfeklieren zonder vet of bindweefsel verzameld.
  4. y = 0,89 × 100 × gewicht van de haas + gewicht van het mager vlees (inclusief bindweefsel) in schouder, karbonadestreng, ham en buik
  5. Kuit, gewassen, ontdaan van het aanklevende bindweefsel, enkel gezouten of gepekeld, bestemd om te worden verwerkt [1]
  6. Opgemaakte slachtafvallen van als landbouwhuisdier gehouden runderen zijn uitsluitend slachtafvallen waaruit de beenderen, het kraakbeen, de trachea en de hoofdbronchiën, de lymfeklieren en het daaraan vastzittende bindweefsel, vet en mucus volledig zijn verwijderd.