Betekenis van:
blijdschap

blijdschap (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • aangename stemming
"uit blijdschap"
"blijdschap om [iets/iemand]"

Synoniemen

Hyperoniemen

blijdschap
Zelfstandig naamwoord
  • een aangename stemming
"De blijdschap was groot bij het weerzien."

Voorbeeldzinnen

  1. Ze huilde van blijdschap toen ze hoorde dat haar zoon de vliegtuigcrash had overleefd.