Betekenis van:
boete

boete
Zelfstandig naamwoord
  • al of niet zelf opgelegde straf voor bedreven kwaad
"boete doen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

boete
Zelfstandig naamwoord
  • een bedrag dat je moet betalen als je een overtreding hebt begaan
"Ik kreeg een boete omdat ik te hard reed met de auto."
boete (de ~ | meervoud boeten, boetes)
Zelfstandig naamwoord
  • geldstraf
"een zware boete"
"boete betalen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. De boete voor spuwen bedraagt vijf pond.
  2. In Singapore krijg je een boete als je afval op straat gooit.
  3. Boete
  4. Boete
  5. Boete [EUR]
  6. Het verzoek van Deltafina voor boete-immuniteit
  7. Dit jaar wordt aan Griekenland een boete opgelegd van 1129015 EUR, aan Luxemburg een boete van 1377 EUR en aan Malta een boete van 550 EUR.
  8. Het basisbedrag van de boete komt daardoor op 497196304 EUR.
  9. De boete van 60000000 EUR is als volgt verdeeld.
  10. CMB werd een boete van 9,6 miljoen ECU opgelegd.
  11. de potentiële boete onder de minimumdrempel voor sanctieoplegging blijft.
  12. De boete voor CMB werd gereduceerd tot 8640000 ECU.
  13. Bijgevolg kan Deltafina geen boete-immuniteit worden verleend.
  14. Derhalve legt de Commissie Chisso geen boete op.
  15. Bij die beschikking werd Outokumpu evenwel geen boete opgelegd.