Betekenis van:
bouwkundige

bouwkundige
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die verstand heeft van bouwen
"De bouwkundige moet die constructie maar even goed nakijken."
bouwkundige
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die de plannen voor gebouwen ontwerpt en op de uitvoering daarvan toezicht houdt

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. ALGEMENE BOUWKUNDIGE WERKEN: GEBOUWEN
  2. Maken van bouwkundige ontwerpen
  3. Algemene bouwkundige en civieltechnische werken
  4. bouwkundige versieringsmotieven, bijvoorbeeld profiellijsten, koepels, architraven;
  5. Dakpannen, elementen voor schoorstenen, rookkanalen, bouwkundige ornamenten en ander bouwmateriaal, van keramische stoffen
  6. ALGEMENE BOUWKUNDIGE WERKEN: CIVIELTECHNISCHE WERKEN (CPC 5131, 5132, 5133, 51340, 51350, 51360, 51371, 51372, 51390)
  7. een vergunning afgegeven door de „Česká komora architektů” zonder opgave van het vakgebied of van het type bouwkundige constructie
  8. CPA 23.32.12: Dakpannen, elementen voor schoorstenen, rookkanalen, bouwkundige ornamenten en andere producten voor de bouw, van keramische stoffen
  9. In ondergrondse stations moeten hetzij bouwkundige dan wel andere maatregelen de uit aangrenzende tunnels afkomstige drukvariaties verminderen en de luchtsnelheden voor de reizigers tot aanvaardbare waarden beperken.
  10. Een „werk” is het product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen;
  11. Uitrustingsstukken voor gebouwen, zoals vloer-, wand, tussenschot, plafond en dakelementen, dakgoten en hulpstukken daarvoor, trapleuningen, omheiningen en dergelijke, rekken om blijvend te worden bevestigd in winkels, fabrieken, pakhuizen, opslagruimten enz., bouwkundige versieringen zoals profiellijsten, bogen en friezen, van kunststof, n.e.g.
  12. Университет за архитектура, строителство и геодезия — София: специалности „Урбанизъм” и „Архитектура” (Universiteit voor Architectuur, Civiele Ingenieurswetenschappen en Geodesie — Sofia: specialisaties „urbanisme” en „architectuur”) en alle bouwkundige specialisaties op het gebied van: „конструкции на сгради и съоръжения” (bouw van gebouwen en structuren), „пътища” (wegen), „транспорт” (vervoer), „хидротехника и водно строителство” (hydrotechniek en waterbouw), „мелиорации и др.”
  13. „Fakulta stavební” (de Faculteit Civiele Ingenieurswetenschappen) (vanaf 1960) op het gebied van: bouwkundige constructies en structuren, bouwkunde, constructie en architectuur; architectuur (inclusief stadsplanning en ruimtelijke ordening), civiele constructies en constructies voor industrie en landbouw; of in het programma civiele ingenieurswetenschappen in het studiegebied bouwkunde en architectuur,
  14. Dat ter plaatse de beste kwaliteit marmer werd gevonden, moest er wel toe leiden dat dit materiaal niet alleen voor bouwkundige en artistieke doeleinden werd gebruikt, maar ook op ruimere schaal voor meer ambachtelijke doeleinden, dat wil zeggen voorwerpen voor dagelijks gebruik, zoals vijzels om zout mee fijn te stampen en de beroemde marmeren vaten die ter plaatse ook wel „conche”, dat wil zeggen „kommen”, worden genoemd, voor het bewaren van het spek.