Betekenis van:
boven

boven
Bijwoord
  • bovenaan, erboven, niet beneden, niet eronder
"Hij heeft boven opnieuw behangen."
boven
Voorzetsel
  • op een plaats hoger gelegen dan
"Het schilderij hangt boven de schoorsteen."

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. Hij woont boven mij.
  2. Een majoor staat boven een kapitein.
  3. Boven alles hebben kinderen liefde nodig.
  4. Leg dat boek boven op de andere.
  5. De maan stond boven de horizon.
  6. Ons vliegtuig vloog boven de wolken.
  7. Er is geen binnenweg naar boven, alleen naar beneden.
  8. Ik hielp hem zijn bagage naar boven te dragen.
  9. De berg is tweeduizend meter boven het zeeniveau.
  10. De hemel is onder onze voeten alsmede boven onze hoofden.
  11. Ik luister graag naar muziek, naar jazzmuziek boven alles.
  12. Ik worstel en kom boven
  13. Boven stonden vier opgemaakte bedden, maar op drie werd nooit geslapen.
  14. Duizend gevaren kom ik te boven
  15. Schoenmaker, niet boven het sandaal", "Schoenmaker, blijf bij je leest