Betekenis van:
breedvoerig

breedvoerig
Bijwoord
  • op breedvoerige wijze
"De kundige Schryver van dezelve, die zich onder de zinspreuk: Tendimus ad coelestem Patriam, verbergt, is de eerste, die dit onderwerp bepaald en breedvoerig behandelt.Brieven over verscheide onderwerpen. Deel 3
Rhijnvis Feith 1787"
breedvoerig
Bijvoeglijk naamwoord
  • tijd en ruimte nemend om alle kanten uitgebreid te bezien
"Hij heeft daarover een breedvoerige verhandeling geschreven."
breedvoerig
Bijvoeglijk naamwoord
  • omstandig; te breedvoerig; omslachtig

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Bij schrijven van 11 december 2002 hebben de Franse autoriteiten breedvoerig de kwalificatie van staatssteun weerlegd op basis van de volgende argumenten: