Betekenis van:
broeien

Werkwoord


Voorbeeldzinnen

  1. het plukken of onthuiden en het broeien,
  2. Zorg voor een goede beluchting van nat graan om broeien vóór het droogproces te voorkomen.
  3. in het geval van varkens, het broeien, het ontharen, het afschrapen en het schroeien;
  4. opgestapeld om te laten broeien, besproeid met een ontsmettingsmiddel, waarna zij gedurende ten minste 42 dagen blijven liggen;
  5. Wanneer voor het voederen van de gehuisveste dieren gebruik wordt gemaakt van gemaaid gras (bv. als de dieren niet zelf kunnen grazen), dient frequent versgemaaid gras te worden aangeboden omdat opgehoopt gras gaat broeien en oneetbaar wordt.