Betekenis van:
bruikbaar

bruikbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • nuttig; bruikbaar
"bruikbare materialen/gegevens"
"bruikbaar zijn voor iets"

Synoniemen

Hyperoniemen

bruikbaar
Bijvoeglijk naamwoord
  • nuttig , eenvoudig in het gebruik

Voorbeeldzinnen

  1. Is die machine nog bruikbaar?
  2. 26 september is de Europese Dag van de Talen. De Raad van Europa wil de aandacht toespitsen op het veeltalig erfgoed van Europa, de meertaligheid van de maatschappij bevorderen en de burgers aanmoedigen talen te leren. Tatoeba als gemakkelijk bruikbaar leermiddel en als levendige gemeenschap ondersteunt op een zeer praktische manier het leren van en de waardering voor talen.
  3. Tonnage/Bruikbaar aantal vaartuigen
  4. Met één bruikbaar oog
  5. Voor LSH als buffer bruikbaar
  6. Bruikbaar voor opnieuw in omloop brengen
  7. Ventilatoren in het ladinggedeelte niet bruikbaar.
  8. Bruikbaar voor opnieuw in omloop brengen
  9. radioactieve afvalstoffen, ook indien zij nog bruikbaar zijn.
  10. de bestemming geïsoleerd ligt en geen bruikbaar bestemmingsuitwijkhaven beschikbaar is.
  11. Na een maand is de oplossing niet meer bruikbaar.
  12. Als die bladzijde niet bruikbaar is, wordt het stempel op de volgende bladzijde aangebracht.
  13. «Electroburst»apparatuur, bruikbaar voor het verkrijgen van gesputterde of sferische metaalpoeders in een argon-waterig milieu;
  14. de doses die bruikbaar kunnen zijn voor het onderzoek bij herhaalde toediening.
  15. Ingebracht IB-vermogen, alsmede voor de commerciële activiteiten als buffer bruikbaar en daadwerkelijk gebruikt kapitaal (jaargemiddelde)