Betekenis van:
bui

bui
Zelfstandig naamwoord
  • een kortstondige periode van neerslag
"De plotselinge bui zorgde voor veel ongelukken op de weg."
bui
Zelfstandig naamwoord
  • een voorbijgaande stemming
"Hij was in een slechte bui toen hij om drie uur 's nachts gebeld werd."