Betekenis van:
bèta

bèta (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • de gymnasiale afdeling waarin de exacte vakken een belangrijke plaats innemen
"op school heb ik zowel bèta als alfa gezeten"

Hyperoniemen

Hyponiemen

bèta
Zelfstandig naamwoord
  • de letter ?, de tweede letter van het Griekse alfabet
"De bèta werd in de oudheid als een "b" uitgesproken, maar in Nieuwgrieks is het een "v"."
bèta
Zelfstandig naamwoord
  • iemand met een voorkeur voor wiskunde en natuurwetenschappen, c.q. iemand die een opleiding volgt die daarop gericht is
"Hij is een echte bèta."
bèta (de ~ | meervoud bèta's)
Zelfstandig naamwoord
  • de Griekse letter be

Hyperoniemen

bèta (de ~ | meervoud bèta's)
Zelfstandig naamwoord
  • leerling van de bèta-afdeling van het gymnasium

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Endosulfan, bèta-
  2. Bèta-asaron
  3. bèta-isomeer
  4. agalsidase bèta
  5. nasaruplase bèta
  6. Bèta-caroteen
  7. HCH, bèta-
  8. Endo-1,4-bèta-xylanase
  9. risicovrij basispercentage + (marktrisicopremie × bèta)
  10. Endo-1,4-bèta-glucanase
  11. Thujon (alfa- en bèta-)
  12. Cyfluthrin (incl. bèta-)
  13. Endo-1,4-bèta-glucanase:
  14. E 459 BÈTA-CYCLODEXTRINE
  15. Endo-1,4-bèta-xylanase