Betekenis van:
canoniek
canoniek
Bijvoeglijk naamwoord
- niet apocrief
"een canonieke tekst"
canoniek
Bijvoeglijk naamwoord
- standaard deel uitmakend van of overeenstemmend met een bepaalde canon
"Canonieke literaire teksten uit een dode taal"
canoniek
Bijvoeglijk naamwoord
- kerkrechtelijk
"Het canonieke recht van de paus."
canoniek
Bijvoeglijk naamwoord
- standaard voorgeschreven
"De canonieke spelling."
canoniek
Bijvoeglijk naamwoord
- kerkrechtelijk
"canoniek recht"
Synoniemen
Hyperoniemen
canoniek
Bijvoeglijk naamwoord
- gestandaardiseerd
"de canonieke vorm"
"de canonieke spelling (van een woord)"