Betekenis van:
chocolade

chocolade
Zelfstandig naamwoord
  • een lekkernij die gemaakt is van cacao, suiker en cacaoboter
"De chocolade is alweer op."
chocolade
Zelfstandig naamwoord
  • drank bereid uit cacao, suiker en melk

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Ik hou van chocolade.
  2. Wie wil er warme chocolade?
  3. Ann heeft een zwak voor chocolade.
  4. Chocolade
  5. 0– – chocolade en chocoladewerken:
  6. Suikerwerk, witte chocolade
  7. chocolade en chocoladewerken
  8. witte chocolade–– troken
  9. Cacao-, chocolade- en suikerwerkfabrieken
  10. chocolade en chocoladewerken:
  11. Cacao; chocolade en suikerwerk
  12. Andere chocolade en chocoladewerken, gevuld
  13. Andere chocolade en chocoladewerken, gevuld
  14. chocolade en chocoladewerken:–– of andere vruchten
  15. Suiker, jam, honing, chocolade en suikerwerk