Betekenis van:
clinicus

clinicus (de ~ | meervoud clinici)
Zelfstandig naamwoord
  • arts in het ziekenhuis

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. de indicatie door een clinicus van een combinatietherapie tegen tuberculose;
  2. het oordeel van een clinicus dat de ziekte het gevolg is van een infectie. Laboratoriumcriteria Ten minste een van de volgende vier: