Betekenis van:
contrasteren

contrasteren
Werkwoord
  • een tegenstelling vormen

Voorbeeldzinnen

  1. de kleuren moeten contrasteren met het oppervlak waarop deze letters en nummers zijn aangebracht;
  2. De bedieningsknop van alle interne communicatiemiddelen kan met de palm van de hand worden bediend en de kleur(en) en kleurschakering ervan moeten contrasteren.
  3. „gesmette exemplaren”: vruchten met verkleurde oppervlakte of met vlekjes die duidelijk contrasteren met de overheersende kleur en die tot in het vruchtvlees kunnen doorlopen, inzonderheid kneuzingen, schimmelaantastingen en donkere verkleuringen;