Betekenis van:
doopsel

doopsel (het ~ | meervoud doopsels)
Zelfstandig naamwoord
  • gelegenheid dat er gedoopt wordt; religieuze ceremonie v.h. dopen
"het doopsel ontvangen"

Synoniemen

Hyperoniemen

doopsel
Zelfstandig naamwoord
  • de doop
"Er werden deze week veertien doopsels uitgevoerd."