Betekenis van:
dorpel

dorpel
Zelfstandig naamwoord
  • (''Limburg'') verkeersdrempel.
"Hij vloog met zijn wagen hard over de dorpel heen."
dorpel
Zelfstandig naamwoord
  • het horizontale benedengedeelte van een kozijn waarop de verticale stijlen rusten
"De houten dorpel was helemaal verrot als gevolg van slecht onderhoud."
dorpel (de ~ | meervoud dorpels)
Zelfstandig naamwoord
  • dorpel; onderste deel v.h. deurkozijn

Synoniemen

Hyperoniemen