Betekenis van:
elektrisch

elektrisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • door elektriciteit bewogen, voortgebracht of veroorzaakt, werkend op elektriciteit
"een elektrisch oog"
"de elektrische stoel"
elektrisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • elektriciteit voortbrengend
"elektrische centrale"

Synoniemen

elektrisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • mbt. elektriciteit
"elektrisch bediend"
"elektrisch geladen/neutraal"
elektrisch
Bijvoeglijk naamwoord
  • door middel van elektriciteit
"Ik leef me uit op mijn elektrische gitaar."

Voorbeeldzinnen

  1. Dit uurwerk is elektrisch.
  2. Elektrisch gereedschap
  3. Elektrisch aangedreven
  4. Uitsluitend elektrisch
  5. elektrisch werkend
  6. Wandklokken, elektrisch
  7. ELEKTRISCH CHASSIS
  8. Elektrisch geleidingsvermogen
  9. Elektrisch verwarmd
  10. elektrisch starten.
  11. Elektrisch verwarmde dekens
  12. (tractie- en elektrisch materieel)
  13. brandstofkeuzeschakelaar en elektrisch systeem,
  14. Hydro-elektrisch aangedreven
  15. Mechanisch en elektrisch