Betekenis van:
enige
enige
Zelfstandig naamwoord
- degene die uniek is in een bepaald opzicht
"Jullie zijn de enigen die daarin geslaagd zijn."
enige
Bijvoeglijk naamwoord
- van enig
"Wat een enige bloemen zijn dat."
enige
Bijvoeglijk naamwoord
- een vrij klein aantal
"Enige bewoners van ons flatgebouw hebben daar bezwaar tegen gemaakt."
enige
Onbepaald voornaamwoord
- een vrij klein aantal
"Enige bewoners van ons flatgebouw hebben daar bezwaar tegen gemaakt."
Voorbeeldzinnen
- Het is je enige kans.
- Verandering is de enige constante.
- Mary was de enige lerares.
- Heb je onlangs enige nieuwe kleding gekocht?
- Hij stelde enige vragen over het wiskundeproefwerk.
- Tom en Mary zijn de enige overlevenden.
- Het enige wat Tom drinkt is koffie.
- Enige tijd lang keek ze mij alleen maar aan.
- Jij bent de enige die me kan helpen.
- Het enige wat je hoeft te doen is wachten.
- De enige overlevende van de crash was een baby.
- Haar enige genoegen is naar muziek te luisteren.
- Tom is de enige persoon die dit werk kan doen.
- De mens is het enige dier dat kan lachen.
- Voor zover ik weet is dat de enige vertaling.