Betekenis van:
euro
euro
Zelfstandig naamwoord
- de munt en munteenheid van de eurozone, waarvan het symbool het euroteken () is
"De invoering van de euro heeft ingrijpende gevolgen op monetair gebied gehad."
euro
Zelfstandig naamwoord
- een soort benzine
"Je moet voor deze auto euro tanken, geen diesel!"
euro
Zelfstandig naamwoord
- ''Macropus robustus'', ook gekend als wallaroe of bergkangoeroe, een kangoeroe uit het geslacht ''Macropus'' die in grote delen van Australië leeft
"Onderweg zagen we een euro springen."
Voorbeeldzinnen
- De Zwitserse frank is aan den euro gekoppeld.
- Vroeger, toen we nog guldens hadden, was alles veel goedkoper dan nu met de euro.
- Op de markt kost zulke kaas maar vijf euro zoveel per kilo.
- De makelaar taxeert het huis op 1 miljoen euro.
- 100 euro is voor mij de absolute ondergrens.
- De auto moet morgen naar de garage voor een grote beurt. Daar zal ik wel weer een paar honderd euro armer van worden.
- Euro
- 75000 euro
- (miljoen euro)
- 1457000 euro
- Deposito's (euro)
- 1591000 euro
- Euro-indicatoren
- 279000 euro
- (miljoen euro)