Betekenis van:
even

even
Bijvoeglijk naamwoord
  • deelbaar door twee; even
"even getallen/nummers"
"het is mij om het even"

Synoniemen

Hyperoniemen

even
Bijvoeglijk naamwoord
  • deelbaar door twee
"De som van twee even getallen is weer een even getal."
even
Bijvoeglijk naamwoord
  • egaal
"Je kunt alleen bouwen als de grond even is."
even
Bijvoeglijk naamwoord
  • deelbaar door twee
"De som van twee even getallen is weer een even getal."
even
Bijvoeglijk naamwoord
  • egaal
"Je kunt alleen bouwen als de grond even is."
even
Bijwoord
  • zonder moeite , in korte tijd
"Zet de stoel even recht."
even
Bijwoord
  • zonder moeite , in korte tijd
"Zet de stoel even recht."

Voorbeeldzinnen

  1. We zijn even oud.
  2. Hij twijfelde even.
  3. Laten wij even rusten.
  4. Denk even na.
  5. Om het even.
  6. Mag ik je woordenboek even?
  7. Laat ons even alleen zijn.
  8. Ik zal me even voorstellen.
  9. Zou u even kunnen wachten?
  10. Ze is ongeveer even oud als ik.
  11. Mag ik uw paspoort even zien?
  12. Mag ik uw krant even zien?
  13. Ze is even intelligent als mooi.
  14. Al de jongens zijn even oud.
  15. Mag ik je woordenboek even gebruiken?