Betekenis van:
flexibiliteit

flexibiliteit (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • buigzaamheid, lenigheid; lenigheid v.d. spieren
"flexibiliteit, balans en kracht"
"rekoefeningen om de flexibiliteit te verbeteren"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Flexibiliteit
  2. Flexibiliteit
  3. Prioritering, doelmatigheid en flexibiliteit
  4. Werkniveau na toepassing normale flexibiliteit
  5. Bepalingen inzake flexibiliteit voor Hongkong
  6. Flexibiliteit bedoeld in artikel 7
  7. herstructurering van installaties voor meer flexibiliteit [65];
  8. Vast aantal dagelijkse uren, maar enige flexibiliteit binnen de dag
  9. Zorgen voor grotere flexibiliteit van de arbeidsmarkt door geleidelijke liberalisering.
  10. Het is derhalve noodzakelijk de flexibiliteit van uitvoertransacties te vergroten.
  11. „Bij de keuze van deze zones is, binnen de volgende marges, echter een zekere flexibiliteit mogelijk:
  12. Stroomproducenten hebben immers unieke vraagbehoeften wat betreft hoeveelheid en flexibiliteit bij de levering.
  13. Deze praktijken vergroten de flexibiliteit en maken een betere dienstverlening aan de passagiers mogelijk.
  14. Deze flexibiliteit complementeert het taakgerichte karakter van de hierboven geschetste onderzoeksactiviteiten.
  15. Maatregelen voor meer flexibiliteit en zekerheid dienen zowel in balans te zijn als elkaar te versterken.