Betekenis van:
fluisteren

fluisteren
Werkwoord
  • nauwelijks hoorbaar (iets) zeggen
"iets fluisteren"
"fluisteren tot iemand"

Hyperoniemen

fluisteren
Werkwoord
  • spreken met gedempte stem
"Zij fluisterden om de kinderen niet wakker te maken."
fluisteren
Werkwoord
  • iets met gedempte stem zeggen
"Het antwoord werd in zijn oor gefluisterd."

Werkwoord