Betekenis van:
gauw
gauw
Bijwoord
- binnen een kort tijdsbestek
"Kleed je gauw om."
gauw
Bijwoord
- zeer binnenkort
"De bus zal wel gauw komen."
gauw
Bijwoord
- binnen een kort tijdsbestek
"Kleed je gauw om."
gauw
Bijwoord
- zeer binnenkort
"De bus zal wel gauw komen."
Voorbeeldzinnen
- Schrijf alsjeblieft gauw terug.
- Een belofte is gauw vergeten.
- Het zal gauw stoppen te regenen.
- Ik hoop zijn foto gauw te zien.
- Hoe gauw kunnen ze worden geleverd?
- Als je van de trap afvalt, ben je gauw beneden.
- Ik bleef mezelf voorhouden dat het allemaal gauw voorbij zou zijn.
- Zo gauw als ik hem zag, wist ik dat hij boos was.
- Kippen die met het HPAI-virus besmet zijn, leggen soms eerst windeieren, maar stoppen al gauw met leggen.
- Drie dochterondernemingen van ACH-CN met activiteiten op het gebied van scheepsreparatie (Siren, TMTM en Meca Helix, hierna „de drie dochterondernemingen” genoemd) konden voortbestaan, maar stuitten al gauw op economische moeilijkheden die te wijten waren aan het verlies van de onderaannemingscontracten die ACH-CN hun voorheen verleende, en aan het verlies van vertrouwen van de reders.
- Doordat deze kosten betrekkelijk laag zijn zal een afnemer niet gauw op een andere terminal overschakelen, zelfs niet indien de tarieven met 10 of zelfs 15 % zouden stijgen, omdat de keuze van de loshaven en -terminal veeleer wordt bepaald door de zwaarwegender kostenelementen — kosten voor zeevervoer en binnenlands vervoer — en door andere voor elke afnemer specifieke factoren.