Betekenis van:
gedrag

gedrag
Zelfstandig naamwoord
  • de manier waarop iemand optreedt of waarop iets ergens op reageert
"Het elektrisch gedrag van halfgeleiders hangt sterk van hun gehalte aan onzuiverheden af."

Voorbeeldzinnen

  1. Ze kon zijn onbeleefd gedrag niet accepteren.
  2. Zijn gedrag is mijn belangrijkste zorg.
  3. Het meisje kreeg een prijs voor goed gedrag.
  4. Plotseling was ik genoodzaakt een gedrag aan te nemen dat mijn leven voorgoed zou veranderen.
  5. Niemand vindt gehoor (bij de rechter) wanneer hij zich beroept op zijn eigen schandelijk gedrag
  6. gedrag
  7. Gedrag
  8. Abnormaal gedrag
  9. Gedrag van het personeel
  10. Ongewenst seksueel gedrag
  11. Gedrag en persoonlijkheid:
  12. gedrag en persoonlijkheid:
  13. Gedrag stuurinrichting bij botsingen
  14. Controle op afwijkend gedrag
  15. Gedrag stuurinrichting bij botsingen