Betekenis van:
gehechtheid

gehechtheid
  • Een intens gevoel van affectie en zorg ten aanzien van een andere persoon.
gehechtheid
  • Een gevoel dat iemand bindt met een persoon, ding, zaak of iets dergelijks.

Voorbeeldzinnen

  1. De partijen bij de ACS-EG-overeenkomst hebben opnieuw hun gehechtheid aan de sociale en ethische clausules zoals gedefinieerd door de desbetreffende verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) bevestigd.
  2. De Europese Unie heeft zich in haar nabuurschapsbeleid ambitieuze doelen gesteld, die gegrond zijn op de onderling erkende gehechtheid aan gemeenschappelijke waarden, waaronder de democratie, de rechtsstaat, behoorlijk bestuur en eerbied en inzet voor de mensenrechten.
  3. opnieuw de gehechtheid betuigen aan kernwapenbeheersing en ontwapening op basis van verdragen en daarbij wijzen op de noodzaak van hernieuwde multilaterale inspanningen en het reactiveren van multilaterale instrumenten, met name de Ontwapeningsconferentie;
  4. De waarden waarop de Gemeenschap gegrondvest is zijn democratie, rechtsstatelijkheid, en eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden; zij streeft ernaar, door middel van dialoog en samenwerking, de gehechtheid aan deze waarden ook in de partnerlanden en -regio's te ontwikkelen en te versterken.
  5. In het kader van het nabuurschapsbeleid zijn ambitieuze doelstellingen vastgesteld, gebaseerd op de gehechtheid van beide partijen aan gemeenschappelijke waarden, zoals onder meer democratie, de rechtsstaat, eerbiediging en bevordering van de mensenrechten in het algemeen, met inbegrip van het recht op ontwikkeling.