Betekenis van:
geluidssterkte

geluidssterkte
Zelfstandig naamwoord
  • weinig nauwkerige maat voor hoe luid een bepaald geluid is
"Onder geluidssterkte kan zowel geluidsdruk, -niveau of -intensiteit verstaan worden, ieder met hun eigen eenheden."
geluidssterkte (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • geluidssterkte; sterkte v.h. geluid; sterkte v.h. geluid
"de geluidssterkte van een fluit/hoorn/signaal"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Als meetresultaat geldt de maximaal geregistreerde geluidssterkte.
  2. De bestuurder moet de geluidssterkte van de auditieve informatie kunnen instellen wanneer er gevaar op afleiding bestaat.
  3. Door middel van inspectie wordt nagegaan of de auditieve input van het systeem uit en aan kan worden gezet en of de geluidssterkte door de bestuurder kan worden gedempt tot een nauwelijks hoorbaar niveau.
  4. Goed: De geluidssterkte van de auditieve signalen van het systeem is ingesteld op een niveau dat lager is dan dat van de binnen of buiten het voertuig gegeven auditieve waarschuwingssignalen.
  5. Door middel van inspectie wordt nagegaan of de auditieve input van het systeem uit en aan kan worden gezet en of de geluidssterkte door de bestuurder kan worden gedempt tot een nauwelijks hoorbaar niveau.