Betekenis van:
geroerd
geroerd
Bijvoeglijk naamwoord
- emotioneel bewogen, ontroerd
geroerd
Bijvoeglijk naamwoord
- ontroerd; vol emotie; aangedaan; gekwetst; aangedaan
Synoniemen
geroerd
Werkwoord
- verl. deelw. van roeren
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Daartoe moet voortdurend worden geschud of geroerd.
- Om de deeltjes en micro-organismen in suspensie te houden moet continu worden geschud of geroerd.
- Licht vluchtige stoffen moeten worden getest in een biometersysteem, waarbij het wateroppervlak zachtjes wordt geroerd.
- Meng het monster door zwenken of roeren, maar voorkom dat luchtbellen ontstaan doordat te hard wordt geroerd.
- De BLEU des Causses wordt op traditionele wijze vervaardigd: de volle, meestal rauwe melk wordt warm gestremd (30 °C); de wrongel wordt gesneden en geroerd, en vervolgens in vormen gegoten waarin gaten zijn aangebracht.