Betekenis van:
gezwel

gezwel
Zelfstandig naamwoord
  • een onnatuurlijke verdikking in het weefsel
"Gelukkig is dit gezwel niet kwaadaardig."
gezwel (het ~ | meervoud gezwellen)
Zelfstandig naamwoord
  • min of meer scherp begrensde woekering van een weefsel
"het groeiende gezwel van (de werkeloosheid)"
"een goedaardig/kwaadaardig gezwel"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

gezwel (het ~ | meervoud gezwellen)
Zelfstandig naamwoord
  • verdikking onder de huid; plaatselijke zwelling
"een gezwel aan een oog"

Synoniemen

Hyperoniemen