Betekenis van:
granaatappelboom

granaatappelboom
Zelfstandig naamwoord
  • een tot zes meter hoge struik uit de kattenstaartfamilie (Lythraceae) dan wel de familie Punicaceae (orde is in revisie) met lange, doornige takken
"De eerste afbeeldingen van de granaatappelboom zijn gevonden op grafschilderingen van de Egyptenaren van 2500 voor Christus."
granaatappelboom
Zelfstandig naamwoord
  • bepaalde plantensoort

Synoniemen

Hyperoniemen