Betekenis van:
grensbewoner

grensbewoner (de ~ | meervoud grensbewoners)
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die aan de grens woont
"Nederlandse grensbewoners tanken vaak in België"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. documenten overleggen ter staving van hun status van grensbewoner en kunnen aantonen dat zij gegronde redenen hebben om krachtens de regeling inzake klein grensverkeer de landbuitengrens frequent te overschrijden;