Betekenis van:
grijs

grijs
Bijvoeglijk naamwoord
  • kleur van lood
"grijze haren"
"een grijze dag"

Hyperoniemen

grijs
Bijvoeglijk naamwoord
  • de kleur grijs hebbend
"Dat is een grijze auto."
grijs
Bijvoeglijk naamwoord
  • grijsharig
"een grijze, oude man"

Synoniemen

grijs (het ~)
Zelfstandig naamwoord
  • de grijze kleur
"in het grijs gekleed gaan"

Hyperoniemen

grijs
Zelfstandig naamwoord
  • elke neutrale kleur tussen wit en zwart
"Dit grijs lijkt wel erg donker."

Voorbeeldzinnen

  1. Mijn pak is grijs.
  2. De olifant is grijs.
  3. Mijn pak is grijs.
  4. Alles rondom hem is grijs.
  5. Al jouw katten zijn grijs.
  6. CPA 24.51.13: Gieten van grijs gietijzer
  7. gedopt; ongedopt en grijs/wit gestreept
  8. Beschrijving: Grijs model bestaande uit vier bladzijden.
  9. Beschrijving: Grijs model, bestaande uit vier bladzijden.
  10. Beschrijving: Roze en grijs papieren rijbewijs bestaande uit zes bladzijden.
  11. De grenzen tussen zwart en grijs en tussen grijs en wit worden bepaald door de volgende formules:
  12. Wat de chemische eigenschappen betreft, zijn grijs en nodulair gietijzer beide legeringen van ijzer en koolstof.
  13. Vergelijking van gietstukken van nodulair gietijzer met gietstukken van grijs gietijzer
  14. Beschrijving: Lichtroze en grijs papieren model in transparant plastic, twee bladzijden.
  15. In de adviezen werd vooral ingegaan op de verschillen tussen de grafietstructuur van nodulair en grijs gietijzer en op technische verschillen, nl. dat nodulair gietijzer onder drukspanning kan worden vervormd, terwijl grijs gietijzer dan breekt.