Betekenis van:
groene

groene (de ~ | meervoud groenen)
Zelfstandig naamwoord
  • aanhanger v.d. groene partij
"de groenen stemden tegen"

Hyperoniemen

groene (de ~ | meervoud groenen)
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die onervaren is
"op dat gebied is hij nog een groene"

Synoniemen

Hyperoniemen

groene
Bijvoeglijk naamwoord
  • van groen

Voorbeeldzinnen

  1. Hij heeft groene ogen.
  2. Ze heeft groene ogen.
  3. Kleurloze groene ideeën slapen woedend.
  4. Het is mogelijk groene bonen rauw te eten.
  5. Ze droeg een groene jas met een bijpassend minirokje.
  6. In de herfst worden deze groene bladeren rood.
  7. Druk op de groene knop. Als je dat doet, gaat het lampje branden.
  8. Groene
  9. Groene kardinaal
  10. Groene tijgergarnaal
  11. Groene thee
  12. Groene arassari
  13. Groene bonen
  14. Soort groene zuidpoolkabeljauw
  15. Plantaardige oliën/groene-muntolie