Betekenis van:
groothandel
groothandel (de ~ | meervoud groothandels)
Zelfstandig naamwoord
- onderneming die in het groot handelt
"een groothandel in vis"
"als groothandel ingeschreven staan"
Synoniemen
Hyperoniemen
groothandel (de ~)
Zelfstandig naamwoord
- handel tussen producent en detailhandel
"deze prijzen gelden alleen voor de groothandel"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Overige groothandel
- OTHW Groothandel met uitzondering van ICT-groothandel
- Groothandel in chemische producten
- Groothandel in andere consumentenartikelen
- ICTW ICT-groothandel
- Groothandel in kantoormeubelen
- Groothandel in hout
- Groothandel in kantoormeubelen
- Overige gespecialiseerde groothandel
- Groothandel in andere auto’s
- Groothandel in gereedschapswerktuigen
- Groothandel in chemische producten
- Niet-gespecialiseerde groothandel
- Niet-gespecialiseerde groothandel
- Groothandel in boeken