Betekenis van:
gymnastiek

gymnastiek
Zelfstandig naamwoord
  • oefeningen voor de gezondheid van een mens
"Mijn oma deed iedere morgen aan gymnastiek."
gymnastiek (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • lichaamsoefeningen om de spierkracht, gezondheid en schoonheid van het menselijk lichaam te bevorderen
"aan gymnastiek doen"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Touwen (gymnastiek)
  2. Klimtoestellen (gymnastiek)
  3. Springtoestellen (gymnastiek)
  4. Ringen (gymnastiek)
  5. (schoeisel voor ritmische gymnastiek)
  6. Artikelen en materieel voor gymnastiek of atletiek
  7. Touwen of ringen of klimtoestellen (gymnastiek)
  8. artikelen en materieel voor lichaamsoefening, voor gymnastiek of voor atletiek
  9. CPA 32.30.14: Artikelen en materieel voor gymnastiek, voor fitnesstraining of voor atletiek
  10. Artikelen voor gymnastiek en voor sport, zoals ballen, netten, rackets, slaghouten, ski’s, golfclubs, sabels, polsstokken, gewichten, discussen, strektoestellen en andere artikelen voor bodybuilding
  11. Bovendien houden de objectieve kenmerken van het artikel (bv. model en materiaal) in dat het voor geen ander doel dan als schoeisel voor ritmische gymnastiek kan worden gebruikt.
  12. Artikelen en materieel voor lichaamsoefening, voor gymnastiek, voor atletiek, voor andere sporten (tafeltennis daaronder begrepen) of voor openluchtspelen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van dit hoofdstuk; zwembaden en speelbadjes
  13. Omdat bij ritmische gymnastiek alleen de bal van de voet de grond mag raken, is het overeenkomstige deel van het schoeisel het enige deel dat bij gebruik in aanraking met de grond komt, zodat het kan worden beschouwd als een „buitenzool” als bedoeld in hoofdstuk 64.