Betekenis van:
handlanger

handlanger (de ~ | meervoud handlangers)
Zelfstandig naamwoord
  • medeplichtige; helper in het kwaad
"de politie kon de inbreker in de kraag grijpen, maar zijn handlangers wisten te ontkomen"

Synoniemen

Hyperoniemen

handlanger
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die een ander persoon helpt bij kwade praktijken
"Ik zou als ik jou was maar bekennen dat jij het was, want je handlanger praat honderduit over de misdaad."