Betekenis van:
hechting

hechting (de ~ | meervoud hechtingen)
Zelfstandig naamwoord
  • het hechten van wonden
"een wond met vijf hechtingen"
"de hechtingen [verwijderen/eruit halen]"

Hyperoniemen

hechting (de ~)
Zelfstandig naamwoord
  • draad waarmee de naden van een wond gehecht worden
"de hechting van de verf"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. Hechting (punt 2.5)
  2. Hechting (punt 2.6.2)
  3. (> 5 cm lang op het gezicht) waarvoor hechting nodig is
  4. Test van de hechting van eventueel aanwezige coatings
  5. EN 17708 — Volledige zool — hechting van de bovenste zool
  6. Hechting: Vloercoatings, vloerverven en vloergrondverven alsmede metaal- en houtgrondverven moeten ten minste 2 scoren in de EN 2409-test met betrekking tot hechting.
  7. Als de aflak afzonderlijk wordt beproefd, wordt dit als worstcasescenario voor hechting aangemerkt.
  8. Hechting: Muurverven (met uitzondering van transparante primers) dienen een voldoende te scoren in de EN 24624-lostrekproef voor hechting (ISO 4624); vloercoatings, vloerverven en grondverven voor beton-, hout- en metaalcoatings dienen ten minste een 2 te scoren in de EN 2409-ruitjesproef voor hechting.
  9. een hittetest van het vervangingsstuurwiel (alle onderdelen met uitzondering van de airbagmodule), zoals beschreven in punt 6.2.1.1, ter waarborging van de hechting van alle materialen;
  10. Garens van 33 tex of een veelvoud daarvan (± 7,5 %), vervaardigd van verspinbare continuglasvezels met een nominale diameter van 3,5 of4,5 μm, hoofdzakelijk bestaande uit vezels met een diameter van 3 of meer doch niet meer dan 5,2 μm, niet behandeld voor hechting aan elastomeren
  11. Garens van 33 tex of een veelvoud daarvan (±7,5 %), vervaardigd van verspinbare continuglasvezels met een nominale diameter van 3,5 of 4,5 μm, hoofdzakelijk bestaande uit vezels met een diameter van 3 of meer doch niet meer dan 5,2 μm, niet behandeld voor hechting aan elastomeren
  12. Garens van 33 tex of een veelvoud daarvan (± 7,5 %), vervaardigd van verspinbare continuglasvezels met een nominale diameter van 3,5 of 4,5 μm, hoofdzakelijk bestaande uit vezels met een diameter van 3 of meer doch niet meer dan 5,2 μm, niet behandeld voor hechting aan elastomeren
  13. Garens van 33 tex of een veelvoud daarvan (± 7,5 %), vervaardigd van verspinbare continuglasvezels met een nominale diameter van 3,5 of 4,5 μm, hoofdzakelijk bestaande uit vezels met een diameter van 3 of meer doch niet meer dan 5,2 μm, niet behandeld voor hechting aan elastomeren
  14. De tabel verwijst uitsluitend naar afzetting door sputteren met een triode, magnetron of naar reactief sputteren, welke methoden worden toegepast om de hechting van de bekleding en de afzetsnelheid te vergroten, en naar hoogfrequent (RF) versterkte afzetting door sputteren, wat wordt toegepast om de verdamping van niet-metaalhoudende bekledingsmaterialen mogelijk te maken.
  15. tabel verwijst uitsluitend naar afzetting door sputteren met een triode, magnetron of naar reactief sputteren, welke methoden worden toegepast om de hechting van de bekleding en de afzetsnelheid te vergroten, en naar hoogfrequent (RF) versterkte afzetting door sputteren, wat wordt toegepast om de verdamping van niet-metaalhoudende bekledingsmaterialen mogelijk te maken.