Betekenis van:
her
her
Bijwoord
- vanaf lang geleden.
"Er liggen nog gegevens van jaren her."
her
Bijwoord
- verkorte vorm van hier.
"Her en der."
her
Bijwoord
- ouderwetse koetsiersterm die naar links betekent.
"Als een koetsier vroeger wilde dat zijn paard naar links ging zei hij her of haar."
her
Bijwoord
- voorvoegsel bij een zelfstandig naamwoord dat opnieuw betekent.
"Na de mislukte operatie had hij al weer snel een heroperatie nodig."
her
Zelfstandig naamwoord
- herkansing voor een examen
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- „HER”
- HER
- HER
- HER
- HER/03A.
- „HER/5B6AN.B.”
- HER/7GK.
- HER/03D.RG
- HER (broedeieren van loopvogels)
- HER — Haring (Clupea harengus)
- HER/1/2.
- behandeling, bv. (her)verpakking, conditionering, volumereductie
- HER/4CXB7D — Opheffing van het verbod
- Veterinair certificaat voor broedeieren van loopvogels (HER)
- BPR, BPP, DOC, DOR, HEP, HER, SPF, SRA, SRP