Betekenis van:
heruitzending

heruitzending (de ~ | meervoud heruitzendingen)
Zelfstandig naamwoord
  • herhaling v.d. programma
"de slotaflevering trok zo'n 800.000 kijkers, de heruitzending ook nog dik 200.000"

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. De lidstaten kennen omroeporganisaties het uitsluitende recht toe om heruitzending van hun uitzendingen via de ether en de mededeling aan het publiek van hun uitzendingen toe te staan of te verbieden, indien deze mededeling plaatsvindt op plaatsen die tegen betaling van een toegangsprijs voor het publiek toegankelijk zijn.
  2. De dienstenuitgever van de televisie-omroep behorend tot de Franse Gemeenschap, die van plan is een exclusiviteitsrecht op heruitzending, dat hij verworven heeft voor een evenement van het hoogste belang, is ertoe gehouden dit uit te zenden via een programma van een televisie-omroepdienst met vrije toegang en overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
  3. Het feit dat een aanbieder van televisieomroepdiensten met beperkte toegang die van de afnemers een bijdrage vraagt voor uitzendingen welke onder de in artikel 2, onder a), van het onderhavige decreet bedoelde voorwaarden kunnen worden ontvangen, een evenement rechtstreeks integraal uitzendt, behoudens bovengenoemde afwijkingen, zonder de bijzondere toegangsvoorwaarden toe te passen, vormt geen beletsel voor de heruitzending van dit evenement van aanzienlijk belang door een vrij toegankelijke televisieomroepdienst.