Betekenis van:
hobo

hobo (de ~ | meervoud hobo's)
Zelfstandig naamwoord
  • houten blaasinstrument
"hobo spelen"
"op het programma staat onder meer een concert voor hobo en orkest van Holliger"

Hyperoniemen

Hyponiemen

hobo
Zelfstandig naamwoord
  • een orkestinstrument, behoort tot de houtblazers, het wordt met een dubbelriet aangeblazen
hobo
Zelfstandig naamwoord
  • iemand zonder vaste verblijfplaats; iemand zonder huis; rondtrekkende student/geestelijke; armoedig iemand

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen